Na 3 maanden doorgebracht te hebben aan de costa werd het dan eindelijk tijd om de bergen in te gaan, op naar Cajamarca, de eerste stad van de spaanse veroveringen. Deze stad, waarvan de spanjaarden dachten dat het de hoofdstad van Perú was, ligt in de bergen op een hoogte van 2700 meter en is waarschijnlijk een van de mooiste steden van het land. Bij aankomst werden we gelijk verrast door een regenbui die ook de hele avond voortduurde. Aangezien het regenseizoen was in Cajamarca kan je er elke dag van uitgaan dat het na een uurtje of 4 met bakken uit de hemel komt. In deze stad vond op 16 november 1532 de ontmoeting plaats tussen Pizarro (aan de kant van de spaanse veroveraars) en Atahualpa (de Incaleider). Deze laatste werd op zijn beurt gegijzeld en gevangengenomen voor losgeld, de Inca's hebben op hun beurt een Cuarto de Rescate (reddingskamer) 1 keer gevuld met goud en 2 keer met zilver. Lekker naief doen dus, om later je leider opgehangen aan te treffen. Ja, als je niet meedoet met de christenen, en dus het spaanse catholicisme, dan ben je tegen! Hoedanook een prachtige stad, en een geweldige weg naar de stad toe van Chiclayo vandaan, mede ook omdat ik natuurlijk al 3 maanden al heel weinig natuurgroen gezien had. De eerste dag 's avonds maar een vriend van de Semana Internacional (eerste week op de ESAN) gebeld, Ever, die in Cajamarca woont. Deze werkt voor Yanacocho, Latijns-Amerika's grootste goudmijn, bij de stad Cajamarca. De inwoners van Cajamarca zijn vooral bezorgd over mogelijke drinkwaterproblemen en gezondheidsrisico's, de boeren waren ongerust over onteigeningen van hun landbouwgrond als gevolg van het exploiteren van deze gebieden. Samen met zijn vrouw, die overigens zwanger is, gegeten in La Vaca Loca, een spaans tentje met heerlijk eten, en natuurlijk Sangría erbij. De volgende ochtens maar weer vroeg ons bed uit, want ook deze keer hadden we maar 1 dag om alles te kunnen zien. Het was hier in Cajamarca dan ook wel heerlijk wakker worden, wel een beetje ademhalingsproblemen aan het begin, maar door de hoogte hangt er een soort van heerlijke wintersportlucht. Deze ochtend vertrokken we naar Cumbe Mayo, wat in Quechua betekent: een mooi gemaakt waterkanaaltje of een dun riviertje. Het is een aquaduct, van rond 1500 v.C., en zou het oudste door de mens gemaakte bouwwerk van Zuid-Amerika moeten zijn. Verder bestaat de omgeving uit een soort van steenbos van vulcanisch steen gevormd door erosie, al met al een hele bezichtiging en een mooie wandeling van 4 kilometer op 3300 meter. Het was dan ook wel even schrikken onderweg toen we met het busje over een grote steen reden en iedereen met hun hoofden tegen het plafond aankwam, maar gelukkig bleef deze toch wel rijden. Terug in Cajamarca aangekomen gauw doorgegaan om de Ventanillas de Otuzco te gaan bekijken, wachtend op de Combi, die ons daar naartoe zou brengen kwam nog een slimme vrouwe langs die dacht eens lekker haar handen in mijn zakjes te steken. Dit was met een inhoud van een digitale camera, portemonnee, en telefoon natuurlijk helemaal geen gek idee, maar ik kwam hier gelukkig meteen achter. Op vriendelijk wijze dus ook haar handen weer uit mijn broekzakken gehaald. Deze Ventanillas oftewel "kleine raampjes" zijn rechthoekig gevormde, diepgeboorde gaten, die verbonden worden met een gallerij van gaten binnen in de berg. Dit is een pre-inca plek waar de botten van de doden werden neergelegd in deze zogenaamde tombes. Door naar los Baños del Inca, de thermale baden waar de lokale bevolking ook regelmatig een bad neemt. Deze vulkanische hotsprings waren erg leuk om te zien, maar aangezien Vicente geen handdoekje bij zich had, hielden we het daar maar bij. Een prachtige site, maar deze keer niet in de voetsporen treden van Atahualpa die hier dus regelmatig een bad nam. Verder in de middag nog diverse sites in Cajamarca bekeken, zoals de Santa Appollonia, de kerken, musea, de Cuarto del Rescate, en als klap op de vuurpeil een ijsje gegeten in Heladeria Holanda. Een Nederlandse ijsboer die zich hier heeft gevestigd, wat tevens het lekkerste ijs van noord-Peru zou moeten zijn. In Cajamarca staat overigens maar 1 afgemaakte kerk (dat betekent: met klokkentoren), dit is de San Francisco kerk, dit om het betalen van kerkbelasting te vermijden aan de Spaanse overheersing. Deze werd overigens pas veel later afgemaakt, dus belasting is er niet betaald. 's Avonds natuurlijk weer door: op naar Trujillo, de één na grootste stad van Perú.
Wednesday, April 26, 2006
Na 3 maanden doorgebracht te hebben aan de costa werd het dan eindelijk tijd om de bergen in te gaan, op naar Cajamarca, de eerste stad van de spaanse veroveringen. Deze stad, waarvan de spanjaarden dachten dat het de hoofdstad van Perú was, ligt in de bergen op een hoogte van 2700 meter en is waarschijnlijk een van de mooiste steden van het land. Bij aankomst werden we gelijk verrast door een regenbui die ook de hele avond voortduurde. Aangezien het regenseizoen was in Cajamarca kan je er elke dag van uitgaan dat het na een uurtje of 4 met bakken uit de hemel komt. In deze stad vond op 16 november 1532 de ontmoeting plaats tussen Pizarro (aan de kant van de spaanse veroveraars) en Atahualpa (de Incaleider). Deze laatste werd op zijn beurt gegijzeld en gevangengenomen voor losgeld, de Inca's hebben op hun beurt een Cuarto de Rescate (reddingskamer) 1 keer gevuld met goud en 2 keer met zilver. Lekker naief doen dus, om later je leider opgehangen aan te treffen. Ja, als je niet meedoet met de christenen, en dus het spaanse catholicisme, dan ben je tegen! Hoedanook een prachtige stad, en een geweldige weg naar de stad toe van Chiclayo vandaan, mede ook omdat ik natuurlijk al 3 maanden al heel weinig natuurgroen gezien had. De eerste dag 's avonds maar een vriend van de Semana Internacional (eerste week op de ESAN) gebeld, Ever, die in Cajamarca woont. Deze werkt voor Yanacocho, Latijns-Amerika's grootste goudmijn, bij de stad Cajamarca. De inwoners van Cajamarca zijn vooral bezorgd over mogelijke drinkwaterproblemen en gezondheidsrisico's, de boeren waren ongerust over onteigeningen van hun landbouwgrond als gevolg van het exploiteren van deze gebieden. Samen met zijn vrouw, die overigens zwanger is, gegeten in La Vaca Loca, een spaans tentje met heerlijk eten, en natuurlijk Sangría erbij. De volgende ochtens maar weer vroeg ons bed uit, want ook deze keer hadden we maar 1 dag om alles te kunnen zien. Het was hier in Cajamarca dan ook wel heerlijk wakker worden, wel een beetje ademhalingsproblemen aan het begin, maar door de hoogte hangt er een soort van heerlijke wintersportlucht. Deze ochtend vertrokken we naar Cumbe Mayo, wat in Quechua betekent: een mooi gemaakt waterkanaaltje of een dun riviertje. Het is een aquaduct, van rond 1500 v.C., en zou het oudste door de mens gemaakte bouwwerk van Zuid-Amerika moeten zijn. Verder bestaat de omgeving uit een soort van steenbos van vulcanisch steen gevormd door erosie, al met al een hele bezichtiging en een mooie wandeling van 4 kilometer op 3300 meter. Het was dan ook wel even schrikken onderweg toen we met het busje over een grote steen reden en iedereen met hun hoofden tegen het plafond aankwam, maar gelukkig bleef deze toch wel rijden. Terug in Cajamarca aangekomen gauw doorgegaan om de Ventanillas de Otuzco te gaan bekijken, wachtend op de Combi, die ons daar naartoe zou brengen kwam nog een slimme vrouwe langs die dacht eens lekker haar handen in mijn zakjes te steken. Dit was met een inhoud van een digitale camera, portemonnee, en telefoon natuurlijk helemaal geen gek idee, maar ik kwam hier gelukkig meteen achter. Op vriendelijk wijze dus ook haar handen weer uit mijn broekzakken gehaald. Deze Ventanillas oftewel "kleine raampjes" zijn rechthoekig gevormde, diepgeboorde gaten, die verbonden worden met een gallerij van gaten binnen in de berg. Dit is een pre-inca plek waar de botten van de doden werden neergelegd in deze zogenaamde tombes. Door naar los Baños del Inca, de thermale baden waar de lokale bevolking ook regelmatig een bad neemt. Deze vulkanische hotsprings waren erg leuk om te zien, maar aangezien Vicente geen handdoekje bij zich had, hielden we het daar maar bij. Een prachtige site, maar deze keer niet in de voetsporen treden van Atahualpa die hier dus regelmatig een bad nam. Verder in de middag nog diverse sites in Cajamarca bekeken, zoals de Santa Appollonia, de kerken, musea, de Cuarto del Rescate, en als klap op de vuurpeil een ijsje gegeten in Heladeria Holanda. Een Nederlandse ijsboer die zich hier heeft gevestigd, wat tevens het lekkerste ijs van noord-Peru zou moeten zijn. In Cajamarca staat overigens maar 1 afgemaakte kerk (dat betekent: met klokkentoren), dit is de San Francisco kerk, dit om het betalen van kerkbelasting te vermijden aan de Spaanse overheersing. Deze werd overigens pas veel later afgemaakt, dus belasting is er niet betaald. 's Avonds natuurlijk weer door: op naar Trujillo, de één na grootste stad van Perú.
31 maart gingen Sybille (belgisch meisje) en ik 's avonds naar het oude centrum toe en hebben daar de bus genomen van Chiva voor 55 sol (14 euro) om uiteindelijk 763 km de snelweg Pan-Americana richting het noorden te nemen. Daar zullen wij 3 steden aandoen: Chiclayo, Cajamarca, en Trujillo. De volgende dag vroeg aangekomen in Chiclayo, daar in hotel Paraïso onze spullen gedropt en onze weg vervolgd naar Lambayeque voor het museum Tumbes Reales de Sipán. Dit is een museum met archeologische vondsten van de Moche en Chimu (800 dC - 1400 dC)- culturen, beiden pre-Inca, die zijn gevonden in de graven van la Huaca Rajada bij Sipán. Na doodgegooid te zijn met potjes, pannetjes en kruikjes van beide culturen gauw onze weg voortgezet naar een stukje historie in de openlucht: Túcume. Hier is een enorm tempelcomplex van 26 piramides te bezichtigen waarvandaan de streek werd geregeerd in de Lambayeque-cultuur die opbloeide rond 1100. De overblijfselen van de tempels bestaan uit niets meer dan geruineerde zandbergjes en volgens de informatie die wij krijgen moeten er rond de 26 te zien zijn, wij hebben de klim naar de uitkijktoren op een centrale natuurlijke berg volbracht en inderdaad mas o menos 26 bergjes. Daarna heb ik nog een text aangevonden die "Codigo 2006" zei, helemaal mooi gemaakt van heel veel stenen waar mensen waarschijnlijk geruime tijd over gedaan hebben om bij elkaar te vinden. Tja, daar staat nu: "Vicente 2006", ik kon het niet laten... Terug de combi genomen naar Chiclayo omdat het al laat begon te worden, waar het busje stopte bleek dan wel een beetje te gevaarlijk te zijn voor ons toeristen en dat merkte je ook wel gelijk. Hier in Perú is de politie nog je beste vriend, en gelukkig waren 3 politieagenten zo vriendelijk om ons nog in hun Jeep mee te nemen. Ze moesten het natuurlijk wel onderweg even aan hun collega's laten zien dat ze gringo's bij zich hadden. Terug in het hotel aangekomen ons klaargemaakt om 's avonds nog even weg te gaan en aangezien het nooit echt makkelijk is om zomaar iets te vinden besloten we maar andere mensen achterna te gaan. Uiteindelijk kwamen we op die manier in een karaoke-bar terecht, daarmee wilde ik even onze plannen doornemen voor de volgende dag en vertellen dat wij wel geïnteresseerd waren een liedje te zingen. Deze was erg enthousiast en heeft ons dan ook direct de nodige hoeveelheid Peruaanse Tequila en Bier aangeboden om ons klaar te stomen voor Yesterday van the Beatles! Erg mooi weer, na wat valse e-mailadressen uit te wisselen als blijk van dank uiteindelijk nog het hotel terug kunnen vinden om de volgende dag vroeg naar Zaña in de buurt van Chiclayo te gaan en daarna door te gaan naar Cajamarca. Zaña is een Ghosttown op 50 km van Chiclayo. De stad die gesticht werd in 1563, was rijk aan koloniale architectuur en had veel kerken, deze was zelfs bijna uitgegroeid tot hoofdstad van de republiek. Na volkomen vernietigd te zijn door de grote overstroming van 1720 zijn de enige overblijfselen vandaag de dag nog de muren en bogen van een viertal kerken die uit het woestijnzand rijzen. Aangezien hier ook een tekort is aan financiele middelen voor de nodige renovaties en maar heel weinig toerisme is het juist interessant om hier rond te lopen, juist omdat alles nog zo toegankelijk, zo hebben we zelfs op het dak van een van de overgebleven kerken gestaan. Ook hebben we nog een oversteek gedaan naar een riviertje in de buurt over een brug waar je af en toe bijna van plankje naar plankje moest springen om niet in een gat te komen. Daarna gauw onze weg terug ingezet naar Chiclayo om vandaar uit naar Cajamarca te reizen, wat dan ook de eerste keer zal zijn in de Sierra.
Sunday, April 23, 2006
Het openbaar vervoer hier in Lima domineert heel het stadsbeeld, deze bestaat uit Micros, Combis, Taxis en Motortaxis. Micro's zijn busjes die bepaalde diensten rijden, welke op de zijkant van het busje staan geschreven. Micro is een afkorting voor microbus, maar deze bussen bestaan ook nog een slagje kleiner welke Combi's heten. Dit is in Lima de goedkoopste manier om in de stad te reizen, voor 1 sol (25 eurocent) kom je bijna heel de stad door, en voor kortere stukjes kan je 50 centimos betalen. Wel staan deze killercombi's er om bekend dat het tamelijk riskant is om van deze vervoersmiddelen gebruik te maken, met name vanwege de rijstijl van de chauffeur. De micros racen daadwerkelijk van de ene esquina (hoek) naar de andere esquina, en stoppen dan ook op elk willekeurige punt. Op de zijkant staat bijvoorbeeld geschreven dat zo'n bus op Todo Benavides, Arequipa of Angamos rijdt; wat dus betekent dat ze over de hele lengte van deze mainroads racen. Buiten de bus hangt een zogenaamde cobrador om mensen de bus in te krijgen en het geld van de passagiers te innen (cobrar). Deze busjes rijden dan ook echt verschrikkelijk snel, en vertrekken al vóórdat je met beide benen in het voertuig staat. In Lima heerst er dan ook een daadwerkelijke "Combi cultuur", de bestuurders houden hier geen rekening met verkeersregels (zoals iedereen hier) en ze stoppen dan ook echt overal om passagiers op te pikken en racen daadwerkelijk met andere combi's om eerder bij de passagiers te zijn. Ik heb zelfs bij een puente (brug), waar de busjes langere tijd stoppen omdat er veel passagiers opstappen, cobradors haast met elkaar zien vechten voor een passagier (jaja, dat voor 50 centimos of 1 sol!). Bij deze puentes staan er dan ook nog vaste mensen die helpen passagiers in de bussen te krijgen tegen een kleine vergoeding. Heel Lima maakt gebruik van de combi's en micro's en het wordt dan ook geschat dat er in Lima ongeveer 60.000 van deze busjes rijden! Het racen van de bussen met elkaar om meer passagiers op te halen, gecombineerd met nul onderhoud aan de busjes, de lage prijzen, de salsa muziek die uit de radio schelt en het relaxte gevoel van deze vervoersmethode creëren dan ook de ware "Combi-cultuur". Ik ga dan ook bijna nooit meer met de taxi, als je hier namelijk een tijdje woont en ongeveer weet hoe die combi's rijden dan spaar je daar aardig wat geld mee, en het is nog veel leuker ook. Elke dag heen en terug naar de universiteit, dat is 10 sol per dag dat je uitspaart, stel je gaat vijf keer naar de universiteit in een week, dat betekent dan dat je hier elke week voor dat geld wat je bespaard een diesel spijkerbroek kan kopen!! Eenmaal heb ik een recordaantal passagiers in de combi geteld, toen zat ik eens met 29 personen in zo'n klein busje, tja... gevaarlijk. Zo ook laatst het combi-tje gepakt naar de dierentuin (Zoologico Las Leyendas -zie foto-) hier in Lima, samen met Paola (Peruaans vriendinnetje) die wel wat beter weet dan ik hoe ze overal moet komen... veel lol gehad daar samen, was heel erg gezellig. Zo doen we eigenlijk heel veel leuke dingen samen. Met Kirsten en Paolaatje ook nog een avondje Pisco Sour wezen drinken bij Bart (een vriend van Ada en Gert) die hier al acht jaar woont -zie foto-. En natuurlijk dansen we nog steeds ook altijd samen salsa...
Tuesday, April 11, 2006
25-3-2006 Brahma Summer Sessions, DJ FERRY CORSTEN is in Perú, op playa Asia. En als onze Rotterdamse trots helemaal naar Perú komt, dan ben ik natuurlijk niet te beroerd om even bij hém langs te gaan. Aangezien wij geen idee hadden hoe we op playa asia moesten komen, gingen we toch maar eens informeren. Het werd al gauw weer duidelijk, net als het tripje naar Huacachina zouden we weer een Perú Bus (ook wel Soyuz) moeten nemen om weer in het zuiden op playa Asia aan te komen. Dus deze keer gingen Patrick, Benjamin (weer een deutscher) en Vicente weer op de carretera (snelweg) staan om het busje tegen te houden. De bussen bleven maar voorbij komen op de linkerstrook, en het leek er dan ook niet op dat er ook maar eentje van plan was om te gaan stoppen bij la puente Benavides. Uiteindelijk rondgevraagd en een stukje verderop gegaan met een combi (red. Bus) om daar maar ons geluk te gaan beproeven. Uiteindelijk een bus voor 4 Soles (=1 euro) genomen naar een dorpje vlakbij playa Asia die daar binnen 2 uurtjes direct naartoe ging. Uiteindelijk een combi gepakt om op Playa Asia aan te komen en wat we daar aantroffen was fantastisch. Dit is dé plek waar heel rijk Perú zijn tweede huisje heeft, dit is het strand van de rich and the famous, hier worden de beste en grootste feesten op het gebied van musica electronica gehouden. Aangezien wij niet zo rich zijn, maar gauw een goedkoop tentje buiten de boulevard aangetroffen om daar eens onze eerste biertjes te nemen en even op Kirsten en haar vriend te wachten. Na overwogen te hebben een kaartje te kopen voor 55 soles in de voorverkoop waren we toch maar even eerst gaan kijken waar het feest gehouden werd. Daar werd ons dan ook direct een kaartje aangeboden voor 15 soles, welke wij dan ook met veel genoegen in ontvangst hadden genomen. Het feest was nog niet helemaal op gang gekomen, maar al gauw werd het de aanwezigen duidelijk dat wij waren gekomen met maar 1 doel: om de show te stelen! Aangezien alles weer eens opgedeeld was en de VIP kaartjes dus 70 soles kostten, werd het ons even bemoeilijkt om onze nederlandse vrind gedag te zeggen. Vicente moest dus maar eens met de Securidad gaan praten, en na uitgelegd te hebben dat ik een amigo van Ferry was en ook uit Nederland kwam werd mij dan ook gauw toegang verleend. Feliz dat we waren hebben we daar het feest voortgezet met het idee later Ferry salud toe te roepen, maar helaas, nóg een 2e VIP area waar nog minder mensen in mochten. Uiteindelijk werkte daar hetzelfde verhaal niet en hebben we dus ons feest maar tussen het proletariaat moeten voortzetten. Uiteindelijk in een Ferry Corsten t-shirt en op zijn oer-hollands gefeest tot de zon opging. Toen hebben Patrick en ik (de anderen waren reeds vertrokken) maar eens de terugreis ingezet naar Lima en werden we uiteindelijk de bus uitgeschopt waar we zijn moesten, half 9 thuis -tja- studentenleven, zwaar...
Sunday, April 09, 2006
In Perú gaat alles tranquilo, omdat ik nu al helemaal acustombrado ben aan het rustige leven hier, loop ik dus ook een klein beetje achter nu met de weblog. Over de punctualiteit van de Peruanen kan ik dan ook kort zijn: Heh, wat? Punctualiteit? Was da? Het is hier dan ook normaal om voor een afspraak van half 9 's ochtends om half 12 binnen te komen, de mensen te groeten, en te zeggen: Ik heb een beetje honger, ik ga even lunchen! Voor de gelegenheid even een verhaaltje over 18 maart, mijn eerste reisje buiten Lima in 3 maanden. Bestemming: Huacachina, tijd: Gelijk na mijn college op zaterdag. Na een tijdje geprobeerd te hebben om een bus op de carretera Panamericana (de snelweg) aan te houden, besloten Kirsten en ik toch maar naar de terminal te gaan om daar op de bus te stappen. Na het astronomische geldbedrag van 23 soles betaald te hebben voor de busticket (8 uur reizen, 6 euro) werd het dan eindelijk tijd om naar het zuiden voorbij Ica te komen in Huacachina. Zoals misschien bekend, de costa van Peru bestaat voornamelijk uit woestijn en Huacachina is dan ook een oase in de woestijn omgeven door hoge zandduinen. Veel mensen gaan hier heen om te sandboarden dus laten wij dat dan ook maar gaan doen voor de gein. Ter plaatse waren alle mensen van mijn huis al aanwezig en hadden ook al een buggytour gedaan die dag en gesandboard. Kirsten en Ik waren pas de volgende dag om 4 uur 's middags aan de beurt. Over Huacachina, heel erg mooi om te zien zo'n oase en helemaal raar om je zo van de grote stad opeens midden in een woestijn te begeven. Op zondag dachten Kirsten en ik maar alvast te gaan Sandboarden vóór onze buggytour. Twee boardjes gehuurd om maar te voet de klim naar boven te wagen. Boven op het zandduintje aangekomen waren we helemaal exhausted en begrepen we dan ook dat het een minder goed idee was gezien de hitte in de woestijn om 1 uur 's middags om deze sport op die manier te gaan vervolgen. Dus de rest van de middag bij het zwembad gewacht tot het 4 uur werd, en nog even wezen waterfietsen. Half 5 vertrok de buggy om eens lekker door de zandduintjes te scheuren. Het was dan ook fantastisch, echt een adrenaline rush, niet voor te stellen hoe groot en steil de hellingen waren die we bedwongen. Tussendoor een paar keer het boardje onder de voetjes gebonden om wat kunstjes te vertonen. Aangezien mijn snowboardkwaliteiten van dien aard zijn was dit dan ook een eitje. De snelheid viel een beetje tegen in het zand, dus weinig om over naar huis te schrijven. De buggy nog geparkeerd om in de woestijn naar de zonsondergang te gaan kijken en in het donker teruggegaan naar Huacachina met grote koplampen aan. De buggytour was echt heel stoer, en 's avonds na wat met Peruaanse jongens en de eigenaar van het buggytour bedrijf gegeten te hebben, hebben we weer de terugreis naar Lima ingezet...